Cookie beleid V.V. Veelerveen

De website van V.V. Veelerveen is in technisch beheer van VoetbalAssist en gebruikt cookies. Hieronder de cookies waar we je toestemming voor nodig hebben. Lees ons cookiebeleid voor meer informatie.

Functionele cookies

Voor een goede werking van de website worden deze cookies altijd geplaatst.

Analytische cookies

Google analytics Toestaan Niet toestaan

Marketing cookies

Facebook Toestaan Niet toestaan

Sponsors

De hoofdsponsor van onze club is:

Column Erik

12-01-2012

 

Inburgering, snert en het verdriet van Mauro Badpak

 

Hij straalt het totaal niet uit, is gewoon door elke gemiddelde Grunneger zwieneboer duidelijk te verstaan, hijzelf verstaat anderzijds onze taal, weet dus wat soep’nbrij, hozevörrels en hupzelen zijn, zingt: “Van Lauwerszee tot Dollard tou, van Drenthe tot aan 't Wad” moeiteloos mee en eet maus, maar zijn roots liggen toch echt ook voor een groot gedeelte in het door onze conservatief autochtone Groninger bevolking vaak zo onbegrepen Friese land. Het land van skûtsjes, terpen, meren, elfsteden, pompeblêden, reedriden, Thialf, het dakkapel van Blauhús en trots. Of hij een rasechte Fries van geboorte is weet echter geen mens, daar wordt nooit door iemand over gesproken, ook niet door Mauro zelf, en er is niemand die het durft te vragen.

 

Aanvankelijk integreerde Mauro betrekkelijk in de anonimiteit. Hij deed zijn ding, leefde zijn leven en werd niet of nauwelijks gespot in het welig tierende regionale sociale leven van Veelerveen en/ of Vriescheloo. Op het voetbalveld in Veelerveen had überhaupt nog nooit iemand Mauro waargenomen en dat was nou juist de plek waar hij ongeveer een driekwart jaar geleden voor het eerst zijn neus tegen het venster drukte als trainer van onze allerjongste telgen, de kabouters. Al snel was te zien dat Mauro zelf ook wel een balletje kon raken en dan weet u het wel. Status of niet, verblijfsvergunning of niet, geïntegreerd of niet, wanneer iemand zijn talenten, en dus in dit geval zijn voeten, kan laten spreken heeft iemand meerwaarde voor de club en dan wordt iedereen in Veelerveen in de armen gesloten. Dus Mauro helemaal. Er werd zogezegd nogal aan Mauro getrokken en na enig wikken en wegen besloot hij zich in eerste instantie aan te sluiten bij de mannen van het daarde. U weet wel, F.C. Obesitas 3 met Janske Zwaarman, René Oetdhaaijer, Wubbo Z-side Mulder en consorten. Later wist het duo Van Bree/ Van Bree Mauro er van te overtuigen dat het zeker voor de Godenzondes niet verkeerd zou zijn, wanneer hij zich bij hen zou voegen en aldus geschiedde. Mauro ontpopte zich na wat kleine opstartprobleempjes (lichte blessures) zowel bij het daarde als bij de Godenzondes als een waardevolle, aimabele, zelfkritische, maar bovenal gedreven voetballer.

 

Zondag 8 januari 2012, Vlagtwedde, Wischmei 4, 9.15 uur in de ochtend. “Veul zegen, de beste wensen, gelukkig Nieuwjaar, folle lok en seine!” Traditioneel snerttoernooi van de voetbalvereniging Veelerveen. Ik hoor het u vervolgens denken: “gezellig onderling samenzijn, nieuwjaarsreceptie in de vorm van een ongedwongen zaalvoetbaltoernooitje in Vlagtwedde, beetje dom keuvelen, wat ouwehoeren, erwtensoep met roggebrood en spek eten, grapjes maken, tot slot een gezamenlijk biertje drinken en de uitslag doet niet bepaald ter zake, dat is ook niet de insteek”. Fout! Verre van dat! Het Veelervener snerttoernooi is helemaal niet ongedwongen en doet absoluut weldegelijk ter zake, het is zelfs de dood of de gladiolen. Schoenen gepoetst, veters gestrikt, messen geslepen! De bikkelharde onderlinge strijd om de Veelerveenster zaaltitel aan het begin van elk jaar gaat over lijken, want wat is er nou mooier dan je eigen alloch- en autochtone maten te vernederen door ze meteen een ongenadig voetballesje te geven? Wat is er mooier dan te winnen van je naasten? Dat je een jaar lang wekelijks tegen je clubgenoten kan zeggen dat jij toch echt de beste bent? Niets, burgeroorlog, dolk in de rug! Het snerttoernooi is daarnaast voor veel bijgelovige Veelervener voetballers (contaminatie) een soort van omen. Goed gestart is het halve werk. Snerttoernooi goed, jaar goed, dat is zo’n beetje de strekking en onderschat dat niet.

 

Twee wedstrijden voor het einde lag Mauro volledig op koers. Hij werkte zich een slag in de rondte, dirigeerde, corrigeerde, passeerde, scoorde dat het een lieve lust was, maakte daarbij het mooiste doelpunt (achteloos hakballetje) van het toernooi en leek met zijn teamgenoten met de titel aan de haal te gaan. Een voor Mauro even onverwachte als onbegrijpelijke Spanje–Malta (21 december 1983) aandoend doemscenario (12-1 en huilende derde Oranje kwalificeerde zich hierdoor niet voor het EK van 1984 in Frankrijk; ken je klassiekers) gooide echter onverwacht roet in Mauro’s erwtensoep. Op basis van één wedstrijd tussen twee andere ploegjes (in dit geval 13-1) ging zowel de eindoverwinning als de topscorertitel aan zijn zwaar verbouwereerde neus voorbij. De hele dag voor niets zo hard gewerkt, want Mauro neemt geen genoegen met een tweede plek. Tenminste niet op een dergelijke manier. Hij was na afloop bepaald niet blij over de gang van zaken en zinspeelde op een samenzwering tegen hem en zijn teamgenoten. Hij voelde zich al vroeg in het nieuwe jaar nogal genaaid. Corruptie of omkoping was het in geen geval, maar soms gaan dingen om wat voor reden dan ook net even anders dan je verwacht en/ of gehoopt had, ondanks dat je je talenten (lees: voeten) met overdaad heb laten spreken.

 

Overmacht, inburgeringcursus of snerttoernooi?

 

Erik Rouppé





13-06-2011

Proud to be a farmer

 

Op een dag kwam hij bij ons werken: Mijn Collega. In het begin moesten we natuurlijk even aan elkaar wennen, maar na enige tijd bleek dat we het wel met elkaar konden vinden. Mijn Collega was een tamelijk rustige jongen zonder poespas en branie en daar hou ik namelijk wel van. Een beetje serieus af en toe, maar bovenal een fijne vriend. In de loop der jaren maakten we het nodige mee, zowel privé als werk gerelateerd. Fijne, maar zeker ook droeve momenten deelden we. Net als in het echte leven. We hadden ook nog dezelfde interesses en dat schept altijd een band. Allebei hadden en hebben we een voorliefde voor voetballen en wielrennen, de Tour de France in het bijzonder.

 

Op een dag vertelde Mijn Collega mij dat hij een seizoenskaart had gekocht van de FC Groningen. Een seizoen lang naar de Euroborg, de trots van het noorden. Achter het doel, naast de Z-side, want dat is immers veruit de mooiste plek. Toen ik een keer door hem werd uitgenodigd om mee te gaan, aarzelde ik natuurlijk geen moment. Daar zat ik naast Mijn Collega voor aanvang van de wedstrijd FC Groningen – Feyenoord met een kopje koffie en een snickers. Genietend van het stadion, de ambiance en alles en iedereen om me heen. Ik ben een uiterst kalme voetbalsupporter. Ik geniet van de wedstrijd en als de FC zou scoren, zou ik heus wel een vuist ballen en voorzichtig in de lucht steken, misschien dat ik me zelfs een ingetogen “yes” zou laten ontvallen, maar dat zou dan ook alles zijn. Dit in grote tegenstelling tot Mijn Collega. De anders zo flegmatieke vriend ging he-le-maal uit zijn plaat. De scheidsrechter was bij voortduring een grote eikel, de grensrechter zo mogelijk nog groter en toen de Z-side “If you’re proud to be a farmer, clap your hands” inzette, blèrde mijn collega zijn strottenhoofd compleet naar de gallemiezen. Ik vond dat vreemd, deed er niet aan mee en begon te denken. Waar zingt die anders zo kalme gewaardeerde debiel (Mijn Collega dus) in hemelsnaam voor? Proud to be a farmer? Hou toch op! F.C. Groningen is een vreemdelingenlegioen geworden. Zouden mannen als Luciano da Silva, Andreas Granqvist, Oluwafemi Ajilore, Thomas Enevoldsen en Dusan Tadic überhaupt ook maar iets weten over stad en ommelaand?

 

Ik begrijp die onvoorwaardelijke passie niet zo. Je identificeert je toch met je geboortegrond? Dat maakt mij tenminste altijd zo passioneel en emotioneel. Wanneer Wesley Sneijder een bal in de kruising kopt en Nederland wint met 2-1 van Brazilië, krijg ik kippenvel tot in mijn diepste geledingen. Verguld van trots denk ik: “Die komt toevallig wel uit Nederland, net als ik”, maar hoe kun je nou zo gepassioneerd trots zijn op een stelletje vreemdelingen? Oluwafemi Ajilore weet helemaal niks over zoep’nbrij, stamppot maus of snieboon’n. Hoe kan ik dan als echte Grunneger kippenvel krijgen van de FC?

 

Ook in Veelerveen hebben we er een klein beetje mee te maken. De mannen van het eerste elftal zijn onlangs gepromoveerd naar de derde klasse. Het zal u vast niet zijn ontgaan, en de eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat het me emotioneel best wel raakte als toeschouwer, ondanks het feit dat er bij Veelerveen inmiddels een half dozijn spelers speelt, wiens roots misschien dan wel liggen in de Veenkoloniën, maar niet in dat mooi dorpje aan het Ruiten Aa Kanaal. Niets ten nadele van voornoemde jongens, ze krijgen vooralsnog het voordeel van de twijfel en inburgeren kan altijd nog (ik houd inmiddels ook onvoorwaardelijk van Ibrahim Afellay), maar dat moeten ze het volgend seizoen in de derde klasse dan wel gaan bewijzen. ”If you’re proud to be a Veelervener, clap your hands”….

 

Erik Rouppé




17-11-2010

Ik heb geen keus

 

Het is zondagavond elf uur. Ik had eigenlijk al om half elf in bed willen liggen, maar ik ben zoals wel vaker blijven hangen bij Studio Voetbal met onder andere Henk Gernand look-alike Jack van Gelder, Youri Mulder en Hugo Borst. Net op het moment dat ik besluit dat het geleuter over de crisis bij Ajax voor mij wel genoeg is geweest, komt Barcelona in beeld. Het is een fragment uit de Spaanse competitietopper Barcelona – Villarreal.

 

Ik kies er voor om nog heel even op de bank te blijven zitten. Het is de 58e minuut van de wedstrijd. Het spel ligt stil en blijkbaar heeft een Villarreal-speler een overtreding begaan want Barcelona mag een vrije trap gaan nemen op ongeveer 30 meter van het vijandelijke doel. Het lijkt er op dat Xavi de bal gaat nemen. Lionel Messi drentelt ogenschijnlijk achteloos ongeveer tien meter rechts van hem in betrekkelijke vrijheid. Xavi ziet dit en speelt in een oogwenk de bal naar Messi op het moment dat een aantal spelers van de bezoekende club nog loopt te klagen bij en tegen de scheidsrechter. Messi zet aan voor een dribbel en de wakker geschrokken verdedigers van Villarreal groeperen zich direct rond de zestienmeterlijn. Op de rand van de zestien prikt Messi het leer tussen een vijftal verdedigers door naar teamgenoot Pedro, die het vervolgens met een simpel ogende kaats doodleuk weer teruggeeft. Messi op zijn beurt zoekt andermaal meteen de voeten van Pedro en snelt daarna zelf door richting achterlijn. Pedro levert een schitterend steekballetje af en bereikt hiermee voor de tweede keer in korte tijd Lionel Messi, die vanaf de hoek van het doelgebied met een zeker niet minder mooie stiftbal de uitlopende doelman Diego Lopez van Villarreal het nakijken geeft, 2-1 voor Barça. Wat een absoluut weergaloze treffer. In al mijn euforie durf ik te stellen dat dit doelpunt één van de mooiste is geweest, die ik de laatste jaren heb mogen aanschouwen. Misschien wat overdreven, maar dit was voor mij voetbal in optima forma. Voetbal, zoals het gespeeld hoort te worden en zo abnormaal simpel. Korte dribbel, tweevoudig een-tweetje tussen een aantal verdedigers door op precies het goede moment en een technisch volmaakte stift als sluitstuk. In de hoop op nog een stuk of wat herhalingen uit zo veel mogelijk invalshoeken blijf ik nog even op de bank zitten. Na een drietal replays verschijnt het veel te bruine gelaat van Jack echter weer op het scherm.

 

Ik druk de televisie uit en ga gauw naar bed. Niet veel later probeer ik al liggend te bedenken wat Barcelona en in het bijzonder Lionel Messi nou onderscheidt van de rest van de voetbalwereld. Waarom is hij nou zo goed dat iedereen aan zijn voeten hangt of ligt, Pluisje incluis? “Talent”, is wat er vrijwel meteen door mijn hoofd flitst. “Heel simpel: hij beschikt gewoon over het meeste talent”. Maar wat is talent? Hoewel Messi bijzonder snel is, zijn er echt wel voetballers, die nog harder kunnen rennen. Hoewel Messi best hard kan schieten zijn er echt wel voetballers die het leer nog harder kunnen raken. Hoewel Messi een begenadigd technicus is, zijn er vast wel voetballers op deze aarde die nog veel meer met een bal kunnen. Goed, een combinatie van deze eigenschappen maakt hem op zijn minst wel heel speciaal, maar Lionel Messi is mijns inziens bovenal een grootmeester in het maken van de juiste keuzes. Inspelen op het juiste moment en naar de juiste speler, schieten in de goede hoek en met de juiste snelheid of curve, passeren over de goede kant, binnendoor of buitenom, breed leggen of voor eigen succes gaan, versnellen, niet versnellen, kaatsen, wachten, metertje naar links of rechts, bal aannemen of juist niet. Iedere voetballer kan een bal aannemen of kaatsen. Elke speler kan op doel schieten, een balletje breed leggen of een pass over tien meter geven, maar veel te zelden gebeurt het op het juiste moment. Talent is dus gewoon structureel, maar intuïtief op het goede moment de juiste keuzes maken.

 

Ik draai me om en zet de wekker. Ik moet nu echt gaan slapen. Het is inmiddels al weer twaalf uur geweest en dat is eigenlijk al weer veel te laat voor Erik. Morgen is het namelijk weer vroeg dag. De plicht roept, er zal toch wat brood op de plank in huize Rouppé moeten komen. Ik heb weinig keus, geen talent. Ja, in deze context zou je wellicht kunnen stellen dat ik misschien wel uitzonderlijke gaven bezit als bankzitter. Ik koos er immers voor om op het juiste moment nog even te blijven zitten, waardoor ik het oogstrelend doelpunt van Messi toch nog mooi even meepikte, maar of een gemiddelde voetballer daar nou zo blij van wordt…………….

 

Erik Rouppé





19-01-2010

 

Cursief

Vroeger was het leven een stuk minder gecompliceerd dan nu. Als je vroeger namelijk tijdens een quasi interessante conversatie bepaalde gebezigde vocabulaire niet kon volgen, kostte het doorgaans dusdanig veel moeite om antwoord op je vraag te krijgen, (je gesprekspartner op de man af vragen wat hij nou precies bedoelde deed je natuurlijk niet om gezichtsverlies te voorkomen) dat je het er meestal gewoon bij liet.

Toen mijn leraar economie tijdens mijn prepuberjaren in de les bijvoorbeeld een keer sprak van beleggingen en hoog- of laagconjunctuur, dacht ik in eerste instantie dat hij de laagdikte aardbeienjam op zijn door zijn vrouw met uiterste zorg geprepareerde bruine boterham met ons wilde uitwisselen. Het heeft jaren geduurd eer ik wist wat het werkelijk betekende, maar het hinderde me in ieder geval geenszins. Ja, of u moet het een jaar te laat behalen van mijn Havodiploma (feestpakket) al hinderlijk vinden.

 

Nu gaat dat heel anders. Als je tegenwoordig tijdens een geanimeerde dialoog over bijvoorbeeld de tamelijk instabiele politieke situatie begin 1914 in Bosnië-Herzegovina een voor jou niet te plaatsen term voorbij hoort flitsen, ben je genoopt het woord of de zinsnede in alle haast zenuwachtig via je telefoon, blackberry of laptop te googlen. Je er gewoon bij neerleggen en je gesprekspartner onnozel lief aanlachen en instemmend ja knikken, zoals vroeger, is er met de huidige digitale hulpmiddelen niet meer bij.

Je mag het woord overigens ongestraft faliekant fout spellen, dan nog vraagt Google doorgaans “bedoelde u....” gevolgd door het woord zoals het eigenlijk geschreven had moeten worden, of je moet er al echt een potje van maken. Vervolgens “ja” intypen werkt overigens niet, voor de echte cybernerds onder u.

 

Zo googlede of googelde ik ter voorbereiding op deze column voor de grap het woord “column” en als bijna vanzelfsprekend werd ik naar de site van Wikipedia gedirigeerd. De letterlijke betekenis luidt: “een column is een kort stukje proza, waarin de auteur spits en uitdagend zijn mening ventileert…..” Ik was met stomheid geslagen, want ik kende die tekst ergens van. Nog geen anderhalf jaar geleden ontving ik namelijk een e-mail van een om privacy redenen niet nader te noemen vooraanstaande websitebobo in exact dezelfde bewoordingen over welke eisen men stelde aan een column op de site van de voetbalvereniging Veelerveen. Een hoog aangeschreven Veelervener websitegoeroe googlet of googelt zijn kennis en maatstaven dus ook gewoon bij elkaar! Kon ook haast niet anders.

 

“De column is een beschouwelijker variant van het cursiefje, dat het meer van humoristische observatie en vertelling moet hebben”, gaat Wikipedia vervolgens verder. Voorbeelden van cursiefjesschrijvers zijn: Simon Carmiggelt, Nico Scheepmaker en Kees van Kooten, om maar eens een paar willekeurige collega’s te noemen.

Persoonlijk ben ik nogal gecharmeerd van de hilarische vertellingen van de iets minder bekende Herman Sandman op www.tweenul.nl. Op werkelijk prachtige wijze verwoordt hij zeer herkenbare voetbalanekdotes en met regelmaat lach ik me zowat een buikwandcorrectie om zijn verhaaltjes. Zogezegd zeer grappig en inspirerend met een gezonde dosis zelfspot, maar ook confronterend. Geen columns maar cursiefjes dus. Weer wat geleerd.

 

Wellicht dat ik ook eens een keer een herkenbaar voetbalcursiefje à la Herman Sandman op papier of online ga zetten, hoewel ik me ook wel realiseer dat ik de lat dan wel een beetje hoog leg.

Zou ik overigens nog wel even een goedkeurend berichtje gemaild kunnen krijgen van een om privacy redenen niet nader te noemen websitebobo van de voetbalvereniging Veelerveen? Twitteren of een krabbeltje op Hyves mag ook wel. Gedetailleerde uitleg over wat een cursiefje precies moet inhouden hoeft niet meer, dat heb ik zelf al gewikipediaad….

 

Erik Rouppé





13-11-2009

 
Darmplak
Het zal weinig mensen ontgaan zijn dat het eerste elftal van de voetbalvereniging Veelerveen tot dusver bezig is aan een heel behoorlijk seizoen. Na negen wedstrijden zijn de mannen van coach Nuus terug te vinden op een zeer verdienstelijke tweede plaats van de ranglijst achter de huidige koploper Valther Boys. Nu is het zo dat de nummers één tot en met vier aan het einde rechtstreeks promoveren naar de vierde klasse. Cadeautje van de K.N.V.B, maar het lijkt mij een uitgelezen mogelijkheid voor de jongens om deze met beide handen aan- en uit te pakken. Het seizoen is nog lang en er is natuurlijk geen hond die het nu al hardop durft uit te spreken, maar neemt u maar van mij aan dat Veelerveen 1 deze kans gaat verzilveren.

 

Het doet me mijmeren over vroeger, over mijn eigen gloriedagen in het eerste elftal van de voetbalvereniging Veelerveen. Het doet me mijmeren over het kampioenschap in 1994, toen ik nog een snor had, toen ik nog shag rookte, toen ik nog een Ada Kok-bril droeg en een matje had. In de gutsende regen rolden we destijds Woltersum op met, naar ik meen, 7-1. Ik was jong, gretig, nerveus en had een natte bril. Ik beleefde alles heel intens en voetballen was in die dagen veruit het belangrijkste in mijn leven. Dat ik bloednerveus was voor de wedstrijd tegen Woltersum zal u dan ook niet verbazen. Ook maar enige vorm van obstipatie was mij daardoor vreemd en ik maakte overuren op het toilet. Schijten dat het een lust was, maar ik was niet de enige. Het halve team leek wel aan de exsudatieve diarree. Na de wedstrijd op de boerenkar door het dorp, met de blote kont in het kanaal, u kent die rituelen wel, en vervolgens een broodmaaltijd bij Jacob en Tiny Drenth. Ten slotte bier drinken in het buurthuis.

Het doet me mijmeren over de twee promotiewedstrijden tegen Wijster, toen ik inmiddels geen snor meer had, toen ik net gestopt was met roken, toen ik zachte lenzen droeg, mijn matje had afgeschoren en een aardige bierpens had verworven. Het was 2002 en in de thuiswedstrijd wisten we wederom promotie af te dwingen. Ik was inmiddels iets minder jong, maar niet minder gretig en vooral nerveus. Wederom bracht ik voor de wedstrijd zeker een aantal keren een bezoekje aan het sanitair blok. De lucht moet verschrikkelijk zijn geweest in de kleedkamer, want ik was ook nu bij lange na niet de enige. Collectief dun door de broek. Andermaal op de kar en met de broek op de enkels in het kanaal, gepaard met liters en liters bier tot we er zowat letterlijk bij omvielen. Enkele dagen later, toen de video klaar was, ontdekte ik dat ik zelfs nog gepoogd had een gedicht voor te dragen als dankbetuiging voor onze toenmalige interim-coach Henk Gernand.

 

De tijd snelt voort en inmiddels maak ik al weer enige tijd deel uit van het tweede elftal van de voetbalvereniging Veelerveen. Ik ben bijna veertig, draag nog wel een Björn Borg onderbroek, poep nog steeds voor aanvang van wedstrijden, al ligt dat meer aan de voorafgaande avonden, vind mezelf ook best nog wel jong, maar heb zonder verklaarbare reden zo maar last van mijn enkel, bil, heup, knie, kuit, teen, lies, dijbeen, hamstring of achillespees en er groeien steeds vaker spontaan Sinterklaasharen in mijn beide wenkbrauwen en oren. U weet wel van die lange, harde spierwitte haren die je daar helemaal niet wilt hebben.

Vier seizoenen geleden zijn we gepromoveerd met het tweede elftal van de reserve vierde naar de reserve derde klasse. Reglementswijziging van de K.N.V.B, waardoor er ineens vier ploegen omhoog  mochten en we wisten het niet eens. We wisten het niet eens en toen we er veel te laat achter kwamen deden we er niets meer mee. We namen het ter kennisgeving aan en dat was het. Er was echt niemand die zich er serieus druk om maakte.

 

Beste heren van het eerste elftal van de voetbalvereniging Veelerveen: zorg als de donder voor promotie en bijbehorend feest nu de mogelijkheid zich meer dan ooit voordoet, want voor je het weet ben je veertig jaar, kreupel je op veld veertien ergens in de provincie om tien uur in de koude mistige novemberochtend tegen eveneens iets te dikke leeftijdgenoten en raak je je darmplak alleen nog maar kwijt door middel van bijvoorbeeld een veel te dure klysmakuur speciaal voor in de vergetelheid geraakte oude mijmerende voetballers of zo. En daar zit helemáál niemand op te wachten…

 

Erik Rouppé





28-08-2009

Damesschoenen

Als er iets in deze huidige barre tijden van recessie in een opwaartse spiraal verkeert, dan is het wel het damesvoetbal in Nederland. Ontelbare meisjes en/ of vrouwen melden zich de laatste tijd aan bij de plaatselijke voetbalclub of zijn nog voornemens dit te gaan doen. Statistieken tonen aan dat het aantal voetballende vrouwen nu al met 60 procent is toegenomen ten opzichte van vijf jaar geleden! De dameselftallen schieten als paddenstoelen in oktober uit de grond, voornamelijk veroorzaakt natuurlijk door het recentelijk invoeren van een heuse vaderlandse profcompetitie. Een ander logisch gevolg daarvan: het Nederlands dameselftal wist zich voor het eerst in haar bestaan te kwalificeren voor een eindronde. Het UEFA Women’s Euro 2009 gehouden in Finland, Suomi voor intimi, van 23-08-2009 tot en met 10-09-2009. U bent er vast van op de hoogte.

Nou ben ik niet bepaald een groot aanhanger van het damesvoetbal in zijn geheel. Niet dat ik conservatief denkend, seksistisch of fundamentalistisch antifeminist ben of zoiets. Nee, ik hou er simpelweg niet zo van. Ik vind het niet leuk om naar te kijken, het boeit me niet. Er worden veel te veel fouten gemaakt, alles gaat in een veel te laag tempo, er wordt niet of nauwelijks van achteruit opgebouwd en er is weinig sfeer in het stadion. Het lijkt wel of alles nog ontwikkeld moet worden, een gepassioneerd schreeuwende, druk gesticulerende of heftig scheldende supportersschare incluis. Daar zijn we immers bij het mannenvoetbal zo gewend aan geraakt, dat hoort er gewoon bij. Even ter illustratie: keepster Geurts van Nederland gaat bij een voorzet halverwege de tweede helft tijdens de wedstrijd Finland - Nederland opzichtig in de fout, waardoor Laura Österberg Kalmari van Finland simpel binnen kan knikken. Niemand die er wat van zegt, niemand! Men staart elkaar apathisch aan, maar niemand die loopt te vloeken bij Nederland, niemand die Oranje’s doelvrouw letterlijk en figuurlijk met de grond gelijk maakt, niemand die de scheidsrechter belaagt en de meest enge ziektes toewenst, niemand! Niet vanaf de tribunes en niet vanuit het veld. Nog een voorbeeldje: de vierde officiallist (ook een vrouw dus) geeft aan dat er een minuut blessuretijd toegevoegd zal gaan worden bij de stand 2-1 voor Finland. De Finse vrouwen hebben met dus nog maar een minuut te gaan balbezit op eigen helft en spelen de bal vervolgens uiterst zorgvuldig in het rond, zonder dat er ook maar één Nederlandse speelster de indruk maakt de bal te willen veroveren. Er wordt de Finse achterhoedespeelsters helemaal geen strobreed in de weg gelegd. Het Nederlands elftal laat het gewoon begaan. Geen grove gefrustreerde doodschoppen met twee benen op de enkels en geen gluiperige elleboogjes om je nog even lekker te kunnen afreageren. Maar ook: geen opgefokte supporters met bloeddoorlopen ogen en ontbloot bovenlijf die de tegenpartij doodverwensingen toeschreeuwen en geen acht-tot–tienjarige kinderen die hun middelvinger opsteken richting de scheidsrechter, omdat ze dat overal om zich heen zien, omdat het zo verweven zit in de mannenvoetbalsport.

Agressie en mannenvoetbal, ze horen bij elkaar als Bert en Ernie of als Samson en Gert. Ze zijn inmiddels zo onlosmakelijk met elkaar verbonden dat we nergens meer raar van opkijken. Vreselijke rellen op het strand van Hoek van Holland, waarbij ook voetbalsupporters betrokken waren, een wedstrijd in Engeland (West-Ham United – Millwall) die zowel voor, tijdens als na de wedstrijd ontsierd werd door afschuwelijke knokpartijen. De competitiewedstrijd NEC- F.C. Utrecht, die geen doorgang kon vinden vanwege een tijdelijk tekort aan dienders (hadden nog recht op vrije uren i.v.m. gemaakte overuren tijdens de Nijmeegse Vierdaagse), we nemen het ter kennisgeving aan en kunnen er niets aan doen. Het zal wel een soort van overontwikkeling van de voetbalsport zijn.

Wellicht dat we over tien jaar de eerste vrouwenvoetbalsupportersrellen te zien zullen krijgen of een heuse charge puur en alleen gericht op de achillespezen in de laatste minuut van de wedstrijd of een scheidsrechter die onder politiebegeleiding het veld en vervolgens het stadion moet verlaten, maar laat het professionele vrouwenvoetbal eerst nog maar even in de kinder- of in dit geval damesschoenen staan, dacht ik zo. Dat overontwikkelen kan altijd nog wel…………………………….....

 

Erik Rouppé

 

 

 

14-03-2009

 

Ome Tammo

Wij, Rouppétjes namen in een nog niet zo heel erg grijs verleden altijd deel aan de zogenaamde familietoernooien, misschien heeft u er wel eens van gehoord. Een inmiddels niet meer bestaand jaarlijks (aanvankelijk groots) opgezet voetbaltoernooi, georganiseerd voor en door families. Gaandeweg nam de belangstelling om hier aan deel te nemen overigens nogal af, maar onze familie was als het even kon present. Gezellige dagen waren het altijd. Dagen van wederzien en herkenning. We deden altijd leuk mee aan zo’n toernooi, maar het zou zwaar overdreven zijn om te zeggen dat we structureel meededen om de ereplaatsen. Een vierde, vijfde of zesde plaats was doorgaans ons deel. Een grijze middenmoter zogezegd, maar wel fanatiek.

Zo kan ik me nog goed herinneren dat ik het ontzettend jammer vond dat ik een keer niet mee kon doen vanwege werkzaamheden. Het was in de zomer van 1991 dat ik nog maar kort werkzaam was als invalkracht bij de ALDI in Winschoten. Vakken vullen in plaats van voetballen! Een mens moet zijn prioriteiten willen en durven stellen, nietwaar? Toen ik rond een uur of half vijf vrij was die zaterdagmiddag, vloog ik vanzelfsprekend met vliegende vaart naar het voetbalveld van Alteveer, alwaar het hele festijn plaatsvond. Daar aangekomen, zag ik nog net dat de familie Rouppé bezig was met haar laatste wedstrijd van het toernooi. Een duel om de plaatsen vijf en zes, naar ik meen. Met nog maar een paar minuten op de klok was de stand 1-1 en mijn familie-elftal stond onder grote druk. De 1-2 hing als het ware in de Alteveerster lucht. Pompen of verzuipen. Op zeker moment rolde de bal ter hoogte van de middellijn over de zijlijn precies voor de voeten van mijn intensief meelevende ome Tammo. Ingooi voor de tegenstander, maar ome Tammo was gezien het spelbeeld natuurlijk niet gebaat bij een snelle hervatting. En waar een overgrote meerderheid der mensen de bal zou laten liggen of wellicht hoogstens een klein tikje mee zou geven, besloot mijn ome Tammo anders. Hij raapte de bal zorgvuldig met beide handen op, keerde zijn rug naar het speelveld, strekte zijn rechterbeen en ramde het leer vervolgens ongeveer dertig meter dwars door wat bosjes ergens een akker op. Geen halve maatregelen. Iedereen stond perplex en de tegenstander was vooral boos, dat zal u niet verrassen, maar ome Tammo bleef stoïcijns en deed alsof zijn neus bloedde. Dit alles aanschouwende deed ik het zowat in mijn toen gloednieuwe Sloggi van het lachen. Je kunt het onsportief vinden, maar aan de andere kant was hij wel duidelijk en wond hij geen doekjes om zijn bedoelingen. Nog geen twee minuten later (de bal was net terug) schalmde het u misschien wel bekende “scheidsrechters, tijd!”, over de velden. Einde wedstrijd, 1-1. Hoe de daaropvolgende strafschoppenserie afliep, weet ik niet meer, maar dat deed er ook toen voor mij al niet meer toe.

Ik zat afgelopen zaterdagavond als gewoonlijk heerlijk op de bank met een glaasje rode wijn naar het eredivisievoetbal te kijken. SC Heerenveen - FC Groningen, stand 1-1, bijna tijd. Mede door het wegzenden van een tweetal spelers stonden de Groningers onder grote druk in de slotfase. De 2-1 voor Heerenveen hing als het ware in de lucht. Pompen of verzuipen. Op zeker moment rolde de bal ter hoogte van de middellijn over de zijlijn precies voor de voeten van Groningen-trainer Ron Jans. Hij snelde in de richting van de bal, strekte zijn linkerbeen en…………. De rest is geschiedenis of laat zich in ieder geval wel raden.

Hoewel de beweegredenen achter de actie van Ron Jans (hij wilde een overdreven daad stellen in de richting van de scheidsrechter) natuurlijk anders waren dan die van mijn oom, moest ik wel meteen terugdenken aan die bewuste zaterdagmiddag in 1991. Alle discussies over respect, beheersing, voorbeeldfuncties en al dan niet te nemen sancties ten spijt, ik heb er smakelijk om gelachen………....

 

Erik Rouppé

 

 

 

13-01-2009

 

De wolk van het verleden

Toen ik begin negentiger jaren op achttienjarige leeftijd eindelijk een basisplek had weten te bemachtigen in het eerste elftal van de voetbalvereniging Veelerveen, raadden mijn beide ouders mij eigenlijk meteen en unaniem aan om alle, of in ieder geval zo veel als mogelijk, krantenartikelen waarin Veelerveen aan bod kwam, te bewaren. Leuk voor later vonden ze en ik kon me daar wel in vinden, trots en ijdel als ik was. We acteerden toentertijd wisselend in de 4e klasse van de K.N.V.B. en de 1e klasse van de G.V.B, de huidige 5e klasse en ondanks dat we ook destijds slechts een bijrol speelden in het regionale amateurvoetbal, werd er toch met enige regelmaat een mannetje gestuurd door de toenmalige Winschoter Courant om verslag te doen van onze verrichtingen op die dag. Ik keek dan altijd erg uit naar de maandageditie, dat zal u, refererend aan mijn ijdelheid, niet verrassen.

“V.V. Veelerveen en de wolk van het verleden”, kopte het huidige Dagblad Van Het Noorden op maandag 8 december jongstleden. U raadt het al: hoewel er steeds minder wordt geschreven over het regionale amateurvoetbal in het algemeen, laat staan over de klasse waar Veelerveen doorgaans in acteert, was er nu toch bijna een gehele pagina gewijd aan de door ons geliefkoosde club. Hulde zult u denken. Niets was echter minder waar. Het bijna paginalange verslag memoreerde voor de zoveelste keer, zoals de titel reeds deed vermoeden, aan de Veelervener glorietijd, midden jaren vijftig. Begrijp me goed, ook ik ben apetrots op de prestaties van toen hoor, al was ik nog lang niet geboren, maar aan de bezochte wedstrijd (Veelerveen – Meeden) en het huidige wel en wee werden vrijwel geen aandacht geschonken. De schrijver besluit zijn verhaal met de bekendmaking dat er binnen de gelederen van onze club tot heden nog geen nieuwe Willy Houwen (de eerste Oost-Groninger betaald voetballer) is opgestaan en dat het huidige niveau op zijn zachtst gezegd bedenkelijk is. Tot overmaat van ramp staat in het midden van het artikel een onbenullig rapportje afgedrukt, waarin onder andere de koffie, de gehaktballen, de speaker en de kantine aan een ogenschijnlijk strenge doch ongefundeerde test worden onderworpen, geheel in de journalistieke stijl van deze tijd. Laat ik dan vooral niet achterblijven en bovengenoemd artikel maar eens aan een al dan niet gefundeerd testje onderwerpen:

 

OP RAPPORT:

 

Rubrieknaam (Club van de week): weinig origineel: 5

Inhoud: ons roemruchte verleden en het daarbij behorende witte kleedgebouw kennen  we nou onderhand wel: 4

Taal: weinig op aan te merken, al dient het woord verhuurd in de zin “er wordt            

gespeeld op het weiland van boer Y. Haaijer, die het land verhuurd”, met een T te

worden geschreven: 7

Juistheid van feiten: Veelerveen heeft niet drie, maar slechts één seizoen op het          

hoogste amateurniveau gespeeld. De naam VVV, zoals het artikel vermeldt, heeft nooit

bestaan. De wedstrijd Veelerveen – Meeden, waarvan zijdelings en uiterst summier verslag werd gedaan, eindigde niet in 2-2, maar in 3-2: 4

Originaliteit: zie rubrieknaam: 4

 Ik denk niet dat ik het krantenartikel zal bewaren voor later en dat heeft helemaal niets te maken met het feit dat ik inmiddels al enige jaren geen deel meer uitmaak van het eerste elftal van de voetbalvereniging Veelerveen. Het Dagblad Van Het Noorden is nou eenmaal niet De Winschoter Courant van weleer. Over de wolk van het verleden gesproken…....

 

Erik Rouppé

 

 

 

04-11-2008


Indekpijn

Voetbal, zo wordt door menigeen beweerd, is een typische teamsport voor echte kerels. En echte kerels die zijn stoer, laten hun baarden staan, drinken bier, worden niet anders van een druppeltje bloed, kunnen bovenal goed tegen pijn. Kortom: voetballers zijn echte bikkels die tegen een stootje kunnen. Maar is dit wel zo?

Hoe komt het toch, vroeg ik me namelijk af, dat die stoere voetballers overal en altijd klagen over hun tegensputterende lichamen. Altijd mankeren ze wel wat. Dan is het weer een onwillige spier, dan weer een pijnlijk gewricht, dan weer een overbelaste pees, ja zelfs gebroken ledematen passeren af en toe de revue. Verzin maar een pijntje en de gemiddelde voetballer heeft er last van, of op zijn minst recentelijk last van gehad, maar ik denk dat ik het antwoord weet en ik noem het indekpijn.

Het zit zo: een voetballer is van nature nogal ijdel, tamelijk egoïstisch en vooral niet gespeend van een substantiële dosis eigendunk. Hij wordt vaak, indien noodzakelijk door zichzelf, op een al dan niet terecht voetstuk geplaatst en daar moet hij natuurlijk zo lang als mogelijk blijven staan. Dat kan door of gewoon te presteren of de confrontatie te vermijden óf verzachtende omstandigheden te creëren. Laatstgenoemde is natuurlijk het gemakkelijkst en wordt verreweg het meest gebruikt. In de praktijk werkt het dan bijvoorbeeld zo: Trainer tegen speler: “hoe is het?” Speler tegen trainer: “ach het gaat wel, maar ik heb wat last van de binnenkant van mijn rechter knie.” Trainer vervolgens weer tegen speler: “zorg ervoor dat je het zaakje goed inpakt en als het niet wil, dan wil het niet.” Speler tot slot tegen trainer: “ik kijk wel even, ik probeer het wel” En zie daar, de verzachtende omstandigheden zijn gecreëerd. Als er goed wordt gespeeld, dan is er niets aan de hand, maar mocht het onverhoopt niet goed gaan, dan komt dat vanzelfsprekend door die rottige opspelende knie. Slecht gespeeld, maar voetstuk gehandhaafd door de zogenaamde excuusblessure of indekpijn. Dit kunnen bestaande lichte blessuregevalletjes zijn, die worden opgewaardeerd, maar ook uit de lucht gegrepen verwondingen worden hierbij niet geschuwd.

Hoe inventief ook, met “echte kerel zijn” heeft het natuurlijk helemaal niets te maken, want een echte kerel hoeft zich niet in te dekken, die durft gewoon op zijn bek te gaan, of hij daar nou een bloedlip aan overhoudt of niet……....

 

Erik Rouppé

 

 

 

15-09-2008

 

Screentest

Hoewel ik er natuurlijk totaal geen ervaring mee heb, werd mij laatst (schoorvoetend wellicht) gevraagd of ik eventueel bereid zou willen zijn, om zo nu en dan een soort van column, dan wel columnistisch verhaaltje te schrijven voor onze pasgeboren Veelervener website. Nou vind ik “column” persoonlijk een nogal stoer woord. Het schept bepaalde inhoudelijke verwachtingen. Hele hoge verwachtingen, maar ik was daarom niet minder verguld met het aanbod en het daarbij behorende in mij gestelde vertrouwen.

Echter……..via de digitale postbode werd mij al snel duidelijk dat bovenstaande nogal wat voeten in het Veeler veen had gehad. “We zijn met de column akkoord gegaan, mits TAALGEBRUIK en OPMAAK de SCREENING doorstaan”, zo luidde de letterlijke, voor mij uiterst schokkende, tekst van één van onze beleids – en dus ook website – bepalers van de club. Dat impliceert juist een hoge mate van wantrouwen! Men is dus gewoon bang dat ik ongenuanceerde ondoordachte vunzige of racistische teksten op het internet ga smijten of zo! Men staat mij toe om af en toe een verhaal te schrijven (waarin de auteur spits en uitdagend zijn mening ventileert, aldus één der commissieleden), maar het geschrevene moet wel eerst onderworpen worden aan de keuring van de één of andere Politbureau-achtige groep van grijze wijze mannen. Het lijkt verdomme Peking wel! Vanwaar dit wantrouwen?

Goed, het zij zo, maar om een klein beetje te kunnen peilen wat in de toekomst wel en niet mag, hierbij de volgende screentest: paal, Sexbierum, ballen, gleuf, zak, erectiespin, penetratie, klootschieten, sextet, verkneukelen, kippenborsten, staafmixer, spleet, knots, hoogtepunt.

Heren commissieleden, u zegt het maar. De uitkomst zegt wellicht meer over úw geest, dan de mijne...................

 

Erik Rouppé

Delen

voeg je eigen gadgets toe aan deze pagina!